D E B I N K M A G A Z I N E • A P R I L 2 0 1 4
1 0
H E T ( O N S ) K O N I N K L I J K H U I S
Hoewel het “sprookje”
helemaal niet meer
zo van deze tijd lijkt,
ons Nederlanders lijkt
het in ieder geval te
passen als een paar
vakkundig gemaakte
klompen. En ik moet
toegeven: ze doen
het in die familie al
decennia meer dan
voorbeeldig.
Het (ons) Koninklijk
Maar, je moet er toch niet aan denken
dat zo’n “levenswerk” je vanwege je
geboorte zomaar in de schoenen wordt
geschoven. Dat laatste is bijna iedereen
met je eens, maar we moeten er gelijk-
tijdig niet aan denken dat ze het bijltje
er bij neergooien. Goed, we noemen
ze onze Koning en Koningin, maar het
is toch veel meer een beetje familie van
ons geworden. Namens ons allen ston-
den ze onze schaatsers aan te moedi-
gen en zo zien we het graag anno nu.
Meer dan driekwart van de bevolking
is blij met ze en terecht. Hun optreden
namens Nederland levert ons geen
windeieren op. Harry van Dalen, profes-
sor economie verbonden aan de Univer-
siteit van Tilburg, meent dat de jaarlijkse
opbrengsten zo’n 4 tot 5 miljard euro
bedragen.
Zij zijn, namens ons, de stabiele factor
in het buitenland. Maar ook in ons bin-
nenland. Toen wij 100 jaar bestonden
in 1982 hebben wij ons best gedaan
“Koninklijk” te worden. Onze toenmali-
ge directeur Huig Schoonderwoerd zag
dat als een kroon op zijn werk. Onder
Koningin Juliana zou dat nog mogelijk
zijn geweest, maar de pas aangetre-
den Beatrix heeft daar toen grondig de
©RVD/Koos Breukel